De World Health Organization (WHO) heeft de referentie waarden beschreven van normaal semen (WHO laboratory manual for the examination of human semen ). Indien de resultaten van een semenanalyse afwijkende waarden laten zien kan er gesproken van een mannelijke factor als mogelijke oorzaak van de (sub)fertiliteit.
Minder fertiel semen is door deze optimalisaties in staat eicellen te bevruchten, Het oorspronkelijk semen, zoals na ejaculatie, is niet zomaar te gebruiken in de geassisteerde inseminatie technieken. Voordat zaadcellen in de "natuur" een eicel kunnen bevruchten dienen ze eerst door het cervixslijm te zwemmen. Deze stap van zaadcelselectie dient in het laboratorium nagebootst te worden. Een beproefde methode in het laboratorium om zaadcellen te isoleren uit het totale ejaculaat is gebruikt te maken van gradiënt sedimentatie.
Het semen wordt op een vloeistof gebracht dat zwaarder is dan het semen maar lichter is dan beweeglijke zaadcellen. De beweeglijke zaadcellen (progressief motielen) zakken door de vloeistof heen. Aangezien het verschil in soortelijk gewicht minimaal is tussen de gradiënt-vloeistof en zaadcellen moet het uitzakken versneld worden door de zwaartekracht op te voeren tot 500-700 G door middel van afdraaien van de buis in een in een centrifuge. Na een kwartiertje draaien in de centrifuge zitten de zwaardere beweeglijke zaadcellen onder in de buis (de pellet).
Het selecteren van beweeglijke zaadcellen door het cervix slijm (de natuur) is nagebootst in het laboratorium. Het aantal zaadcellen wordt geschat met behulp van een telkamer en de microscoop. Via een omrekeningsfactor wordt het uiteindelijke aantal zaadcellen in het sample berekend. Al naargelang de opbrengst aan zaadcellen, de morfologie en de mate van beweeglijkheid (motiliteit) wordt de diagnose gesteld:"Semen geschikt voor IUI, IVF of ICSI"