Bevruchting in vitro bij de mens en het kweken van humane embryo’s (In vitro Fertilisatie) is in Nederland voorbehouden aan laboratoria die in het bezit zijn van een vergunning van het ministerie van VWS.
IVF-laboratoria voeren handelingen met mannelijke en vrouwelijke humane gameten (in vitro) uit met het doel levensvatbare embryo’s te creëren die uiteindelijk tot een zwangerschap en tot de geboorte van een kind kunnen leiden. Als regel rekenen deze laboratoria alle voorbereidende en diagnostische laboratoriumhandelingen die met IVF verband houden tot hun werkgebied. De Klinisch embryologen die verbonden zijn aan deze laboratoria rekenen het tot hun taak de verschillende procedures verantwoord, veilig, effectief en met inachtneming van de wettelijke kaders te laten plaatsvinden. Hierbij is een nauwe samenwerki ng met de gynaecologen binnen de IVF-centra vereist. Bij bepaalde deelgebieden wordt de hulp ingeroepen van andere specialismen (bijvoorbeeld klinische genetica en medisch microbiologie).
Het totale werkterrein van Klinisch Embryologen kan uit de volgende deel-werkterreinen bestaan:
1- Laboratorium fase IVF
2- Laboratorium fase IUI
3- Semen diagnostiek
4- Cryopreservatie van gameten en embryo's
5- Uitvoering van biopsieën
6- Wetenschappelijk onderzoek
De gynaecoloog en klinisch embryoloog hebben beiden een professionele eindverantwoordelijkheid. De lijnverantwoordelijkheid ligt (meestal) bij het hoofd van de afdeling.
De gynaecoloog is eindverantwoordelijk voor de medisch technische kant van IVF en de begeleiding van de patient, de klinisch embryoloog voor de laboratorium technische kant en voor het embryo in vitro.
De gynaecoloog en klinisch embryoloog staan in principe naast elkaar in de lijn van de organisatie.De voorbehouden handeling aangaande IVF uit de wet BIG moet worden genuanceerd met inachtneming van de hier beschreven verantwoordelijkheden.